Wat als je kind niet meekomt in de klas?

Is school voor jouw kind een bron van frustratie? Blijft je kind achter en heeft je kind te weinig zelfvertrouwen? Gaat je kind iedere dag weer met buikpijn naar school? Dit zijn zomaar een aantal voorbeelden waarmee ouders zich aanmelden bij mij in de praktijk. Je wilt dat je kind met plezier naar school gaat en je wilt weten hoe deze weer meters kan maken. Het zit er volgens jou wel in, alleen komt het er niet uit. Herkenbaar? Lees dan gauw verder!

Het zit er wel in alleen komt het er niet uit….

In de 10 minuten gesprekken met de leerkracht is het steeds hetzelfde liedje. De leerkracht maakt zich zorgen en geeft aan dat het niet goed gaat. Je kind komt niet mee op school en een doublure ligt op de loer. Als ouder wil je graag dat je kind weer met plezier naar school gaat. Jij ziet een leergierig kind dat heel erg zijn best doet en keihard werkt. En toch lukt het niet? Wees gerust. In iedere klas zijn er kinderen die niet meekomen. En vaak ligt dat echt niet aan het kind. De oorzaak is veel vaker de manier waarop de leerstof wordt aangereikt. Grote kans dat ook jouw kind anders leert.

Over links en rechts

Wij hebben allemaal twee hersenhelften; links en rechts. Je linkerhersenhelft is dol op orde en houdt van lijstjes, het houdt van denken. Het is linguïstisch, letterlijk, logisch, lineair. Dat betekent dat links houdt van woorden en taal en dat alles in een bepaalde volgorde moet gebeuren. Het rechterbrein is holistisch en non-verbaal. Hier zitten de emoties. Het stuurt en ontvangt signalen die ons helpen te communiceren. We zitten rechts in ons gevoel. Het is intuïtief. Jonge kinderen (zeker tot hun derde jaar) denken vooral in ´beeld´ en handelen vanuit ´gevoel´. Zij zitten dus vooral rechts. Als je kind waarom vragen gaat stellen weet je dat links actief wordt.

Iedereen zijn eigen voorkeur

Ieder kind (en mens) heeft zijn eigen voorkeur voor denken. Terwijl het leersysteem op school rationeel (vanuit de linkerhersenhelft), auditief en resultaatgericht is. Als je kind dan nog niet ‘rijp’ is voor dat leersysteem (omdat deze vooral denkt en handelt vanuit de rechterhersenhelft) dan botst dit met elkaar. Dat klinkt eigenlijk heel logisch toch? Daarnaast is er een groep mensen die altijd de voorkeur hebben voor het denken en handelen (en dus ook het leren leren) vanuit de rechterhersenhelft. Deze groep kinderen leert ‘anders’. En bij deze groep kinderen komt er vaak ook niet uit wat erin zit. Sterker nog, vaak ligt hier een label op de loer. Dat is dus zeker niet altijd nodig.

Hoe leert je kind?

Sommige kinderen leren impulsief, zij hebben vaak snel een antwoord, deze groep gokt vaker en maakt daardoor meer fouten. Andere kinderen hebben een reflectieve leerstijl en die hebben tijd nodig om de leerstof te verwerken en denken daarom langer na over een antwoord. Deze groep kan in tijdsnood komen. Verder kan de verwerking van informatie per kind verschillen. Zo verwerkt het ene kind de informatie oppervlakkig. Zij stampen een avond van te voren de lesstof in hun hoofd,  doen de volgende dag hun toets en zijn daarna het grootste deel weer kwijt. Terwijl een ander kind echt wil weten en begrijpen wat ze leren. Zij zoeken onderliggende betekenissen en verbanden. Daarnaast is er vaak ook sprake van een voorkeurstijl als we kijken naar het leren.

Welke voorkeursystemen zijn er dan?

Naast hoe je leert speelt de manier waarop je kind leert en informatie verwerkt een rol. Je kunt informatie als volgt verwerken: visueel (in beelden), auditief (op het gehoor), kinesthetisch (met het gevoel) en digitaal (met het verstand).

In onze linkerhersenhelft zit de logica en ratio. Dit deel houdt van taal en dat alles in een bepaalde volgorde moet gebeuren. Hier wordt de informatie auditief en digitaal verwerkt. In de rechterhersenhelft zit het gevoel en de emotie en ook de verbeelding. Informatie wordt visueel en kinesthetisch verwerkt. Heel vaak zie ik dat kinderen in mijn coachpraktijk die vastlopen bij het keren een voorkeur heeft voor visueel-kinesthetisch leren. En dat sluit niet aan bij hoe school deze kinderen leert lezen, schrijven en rekenen.

Wat gebeurt er dan precies?

Kinderen die visueel-kinetisch informatie verwerken noemen we vaak beelddenkers. Zij roepen eerst een beeld op en koppelen daar een woord aan. Visuele ondersteuning en leren uit het geheel is belangrijk. Flitsen, hakken en plakken zijn daarbij allemaal methodes die juist voor deze groep kinderen minder goed werkt. Beelddenkers husselen letters door elkaar omdat de losse letters niet herkend worden. Vaak zie je dat deze kinderen op jonge leeftijd al letters en cijfers spiegelen. En vaak ligt dan ook een label als dyslexie op de loer. Juist deze kinderen leren vanuit het geheel en willen begrijpen wat iets betekent. En meestal kost het ze ook meer tijd om informatie te laten verwerken en duurt het ook langer voordat ze reageren. Daardoor komen ze ook vaak in de knoop bij toetsen waar tempo een rol speelt. Zij hebben gewoon meer tijd nodig.

Let op voor gevolgschade!

Beelddenkers beleven alles veel intensiever. Zij zitten letterlijk in hun eigen film. Ze kunnen letterlijk in een hyperfocus komen. Daarnaast kunnen juist deze kinderen emotioneel heftig reageren op hun omgeving. Ze kunnen intens verdrietig of onverklaarbaar snel boos worden. Emoties reguleren is lastig. Zij associëren zichzelf met de omgeving en de situatie en kunnen daarom blijven hangen in het moment. Ook zie je dat deze kinderen onrustig kunnen zijn of dat ze kampen met concentratieproblemen. Omdat ze vaak vanuit gevoel handelen zijn deze kids soms impulsiever en minder gevoelig voor straffen en belonen. Dat komt ook doordat deze kinderen alles zo intens ervaren, letterlijk alles komt binnen. Overprikkeling is dan ook een thema dat je vaak bij deze kinderen merkt. Voordat je het weet zit er dan een ander label op je kind.

Beelddenkers leren anders dan de lesstof op school wordt aangeboden. Het gevolg hiervan kan zijn dat je kind achter raakt op de groep. Deze kinderen zijn enorm sensitief en gevoelig voor prikkels en signalen uit hun omgeving. Daarom voelen ze ook zelf aan dat het leren niet lukt. Het kind kan denken dat het dom is. Vervolgens kunnen er allemaal belemmerende overtuigingen ontstaan. En vervolgens gaat je kind met tegenzin of buikpijn naar school.

Wat kun je als ouder doen?

Deze kids zijn ten eerste gebaat bij een begripvolle omgeving waarin het kind zichzelf kan en mag zijn. Structuur, rust en regelmaat zijn daarom belangrijk. Voldoende slaap en ontspanning ook. En uiteraard veel lezen.

Wat kun je als leerkracht doen?

De plek in de klas is belangrijk, liefst dicht bij de leerkracht en daarnaast is het bieden van visuele ondersteuning essentieel zoals bijvoorbeeld Spreekbeeld of Taal in Blokjes.

Wat kan ik doen voor je kind?

Als je gaat Googlen op leerproblemen vindt je als ouder veel informatie. En dat is niet altijd helpend. Want jouw kind is uniek. Vaak zie je dan ook als ouder door de bomen het bos niet meer als je op zoek bent naar ondersteuning. School blijft de lesstof herhalen en geeft huiswerk mee. Alleen helpt dit onvoldoende. Je kind leert gewoon anders.

Als Kernvisiecoach leer ik je kind diverse technieken aan om lesstof visueel op te slaan zodat deze blijvend gereproduceerd kan worden. Ook kijk ik of er zich sociaal-emotionele problemen voordoen wat ik overigens niet zie als een probleem maar een uitdaging. Samen met je kind ga ik onderzoeken naar wat werkt voor hem of haar. Zodat je kind weer met plezier naar school gaat. Wij krijgen samen wat erin ziet wel uit!

Wil jij ook dat je kind weer met plezier en zelfvertrouwen naar school gaat?

Plan dan direct een gratis intakegesprek.